Imam Nasser Muhammad Al-Yamani
05 - 11 - 1433 AH
09 - 21 - 2012 n.Chr
03:50 uur
Volgens Makkah officiële) kalander)

[Om de link naar het originele bericht van de verklaring te volgen]
https://nasser-alyamani.org/showthread.php?p=61847
______________



Een vraag en antwoord over voorbede/bemiddeling in reactie op Zijne Eminentie Sheikh Al-Uqabi..


In de naam van God, de Meest Barmhartige, de Meest Barmhartige, en moge zegeningen en vrede zij met mijn grootvader Mohammed, de Boodschapper van God, en al Gods profeten en hun goede en zuivere nakomelingen. We maken geen onderscheid tussen zijn boodschappers, en aan Hem onderwerpen wij ons. Ik bid tot God met inzicht van mijn Heer, de Grote Koran en de Soennah, wat niet in tegenspraak is met de beslissende Koran en Ik ben een van de moslims. Ik verklaar dat ik absoluut tegen sektarisch pluralisme en de veelheid aan politieke partijen in de religie van God ben. Ik ben een volgeling van het Boek van God en de ware Soennah van Zijn Boodschapper, en ik ben geen vernieuwer, en alle lof zij God, Heer der Werelden.

O mijn geliefden, in naam van God, Najeeb Al-Aqabi, de imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemenitisch, ondanks het feit dat hij alle islamitische, christelijke en joodse geleerden oproept om voor hun oordeel hun toevlucht te nemen tot de beslissende Grote Koran, maar dit betekent niet dat de imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni alleen de Grote Koran volgt; Ik volg ook de ware Soennah van Zijn Boodschapper. Ik roep moslimgeleerden en het grote publiek alleen op om vast te houden aan de Grote Koran als ze ontdekken wat de beslissende kracht ervan tegenspreekt in de Soennah van de Profeet. Hier bevalen God en Zijn Boodschapper hen om vast te houden aan de Grote Koran en om datgene achter hun rug te verwerpen wat de de Koran tegenspreekt, of het nu in de Tora, of in de Bijbel, of in de Soennah is. Alles wat in tegenspraak met het beslissende Boek van God, de Grote Koran is, Is onwaarheid die door de duivels van de djinn en de mensheid tegen God en Zijn Boodschappers wordt belasterd. Of het nu in de Tora, of in de Bijbel of in de Sunnahs. Vrees dus God en gehoorzaam hem, en maak geen onderscheid tussen het Boek van God en de ware profetische Sunnah. Dus Ik zweer dat de ware Sunnah gesproken met de tong van de Profeet inderdaad van God is.

Ter bevestiging van de woorden van de Almachtige God:

{فَإِذَا قَرَأْنَاهُ فَاتَّبِعْ قُرْآنَهُ (18) ثُمَّ إِنَّ عَلَيْنَا بَيَانَهُ (19)}
صدق الله العظيم [القيامة]
De Ressurectie (Al Qeyama 75:18-17)

De Grote God [de Opstanding] heeft de waarheid gesproken.


Ik getuig van God dat de ware uiteenzetting in de Profetische Sunnah alleen van God komt met de inspiratie van begrip, en een deel ervan is wat hij leert via zijn leraar Gabriel, de Boodschapper van God, vrede en zegeningen zij met hem, en al Gods naaste engelen.


O gemeenschap van geleerden van de natie die van mening verschillen in hun religie, wat is er mis met een groep van jullie die het Boek van God achter hun rug hebben verlaten en hebben gezegd: “Voldoende voor ons is de Soennah ” en zij zichzelf soennieten noemen? U bent van het rechte pad afgedwaald, o gemeenschap van soennieten, omdat u het Boek van God, de Grote Koran, achter uw rug hebt verlaten en neemt wat u kunt interpreteren volgens uw eigen wensen, dus zei u: God De Almachtige zei:

{وَمَا آتَاكُمُ الرَّسُولُ فَخُذُوهُ وَمَا نَهَاكُمْ عَنْهُ فَانْتَهُوا}
صدق الله العظيم [الحشر 59:7]
De Bijeenkomst [Al-Hashr 59:7]

Dan antwoordt de imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni op jou en ik zeg: Wie is degene die jou de Grote Koran heeft gebracht als je waarheidsgetrouw bent? Heeft Mohammed, de Boodschapper van God, (moge Gods gebeden en vrede zij met hem en zijn familie), het niet naar jou gebracht, zul je dan niet bang zijn? Dus hoe laat je het Boek van God, de Grote Koran, achter je rug om? En als er een beslissend vers in staat (in de Koran) dat de verzonnen onwaarheden in de Sunnah van de Profeet tegenspreekt, dan zeg je: Niemand kent de interpretatie ervan behalve God! Een onterechtheid tegen God.

Misschien zou een van de soennitische geleerden willen zeggen: “O Nasser Muhammad, zei God de Almachtige niet:

{‏وَمَا يَعْلَمُ تَأْوِيلَهُ إِلاَّ اللَّهُ}
صدق الله العظيم [آل عمران:7]
Het Huis van Imran [Al Imran 3:7]

Dan antwoordt de Imam Mahdi op hem en ik zeg: Wat hij bedoelt is dat het dubbelzinnige deel van de Koran zijn interpretatie niet kent, behalve God en degenen die stevig geworteld zijn in de kennis van het Boek, en God heeft jou dat niet geboden om de schijnbare betekenis van het dubbelzinnige te volgen, omdat het een andere interpretatie heeft dan zijn schijnbare betekenis; In feite heeft God je bevolen om de duidelijke en duidelijke verzen van het Boek te volgen. Zij zijn de moeder van het Boek, dus je moet je toevlucht tot hen nemen, aangezien het duidelijke tekenen zijn voor de geleerden van de natie en de gewone moslims voor iedereen met een beperking. een duidelijke Arabische taal, en niemand wijst af de heldere en duidelijke verzen van God, behalve de overtreders. Ter bevestiging van de woorden van God de Almachtige:

{وَلَقَدْ أَنزَلْنَا إِلَيْكَ آيات بيّنات وَمَا يَكْفُرُ بِهَا إِلاَّ الْفَاسِقُونَ (99)}
صدق الله العظيم [البقرة](99)
De Koe (Al Baqara 2:99)

En deze beslissende verzen zijn de duidelijke verzen van de Moeder van het Boek voor de geleerden van de natie en de algemene moslims. Beslissende verzen voor elke persoon met een duidelijke Arabische taal, en God heeft je opgedragen je toevlucht te nemen tot die beslissende verzen en ze te volgen. Terwijl de verzen die op elkaar lijken, die volgt je niet maar daar geloof je alleen in. Dus God heeft je niet geboden om de schijnbare overeenkomsten uit de Grote Koran te volgen, maar Hij heeft je opgedragen de beslissende (duidelijke)verzen te volgen en in de vergelijkbare te geloven. Ter bevestiging van de uitspraak van de Almachtige God:

{هُوَ الَّذِي أَنْزَلَ عَلَيْكَ الْكِتَابَ مِنْهُ آيَاتٌ مُحْكَمَاتٌ هنّ أمّ الكتاب وَأُخَرُ مُتَشَابِهَاتٌ فَأَمَّا الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِمْ زَيْغٌ فَيَتَّبِعُونَ مَا تَشَابَهَ مِنْهُ ابْتِغَاءَ الْفِتْنَةِ وَابْتِغَاءَ تَأْوِيلِهِ وَمَا يَعْلَمُ تَأْوِيلَهُ إِلَّا اللَّهُ وَالرَّاسِخُونَ فِي الْعِلْمِ يَقُولُونَ آمَنَّا بِهِ كُلٌّ مِنْ عِنْدِ رَبِّنَا وَمَا يَذَّكَّرُ إِلَّا أُولُو الْأَلْبَابِ ﴿7﴾}
Het Huis van Imran (Al Imaran 3: 7)


God heeft u verboden de schijnbare betekenis van het dubbelzinnige deel van de Grote Koran te volgen, maar heeft u eerder bevolen de beslissende Koran te volgen en in de dubbelzinnige te geloven totdat God een nobele imam stuurt die het voor u zal verduidelijken en detailleert tot in detail.

Misschien zou een van de gewone moslims willen zeggen: “O Nasser Muhammad, je zegt dat de beslissende verzen van het Boek duidelijke tekenen zijn voor de geleerden van de natie en de algemene moslims, en ik ben een van de gewone moslims, dus breng mij duidelijke verzen uit de verzen van de Moeder van het Boek, en kijk of ik ze kan begrijpen zonder te verwijzen naar de geleerden van de natie, omdat je zegt: inderdaad, de beslissende verzen van het Boek zijn duidelijke tekenen voor de geleerden van de natie en voor de algemene moslims? Dan antwoordt Imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni op hem en ik zeg: Voor jou behoren tot de duidelijke en beslissende verzen van het Boek. Zij zijn de moeder van het Boek, en ik zweer bij de Almachtige God, dat wie ze ook leest of hoort, de meerderheid van de moslims zullen het begrijpen, en bekend zijn in Gods fatwa waarin de voorspraak/bemiddeling van mensen voor de aanbeden Heer wordt ontkend.

O natie van de Islam, o pelgrims van het Heilige Huis van God, vrees God, want ik waarschuw jullie met wat ik degenen vóór jullie waarschuwde voor ongeloof in de leer van voorbede/bemiddeling van mensen/dienaren voor mensen/dienaren voor de aanbeden Heer. Dat zal ik inderdaad doen jij bent een duidelijke waarschuwer met de ware verklarende verklaring van de Grote Koran, en ik getuig van God als het getuigenis van de waarheid met zekerheid in de handen van God dat degenen die geloven in de voorspraak van de rechtvaardige profeten en heiligen eerder God heeft partners met God geassocieerd en tegen zichzelf gelogen, en wat zij aan het uitvinden zijn, is van hen afgedwaald. Weet u niet dat de beelden van afgoden begonnen met beelden van Gods profeten en Zijn rechtvaardige heiligen? Degenen die het geheim van afgodenaanbidding kenden, werden door Gods boodschappers gevraagd: Waarom aanbidden zij afgoden, beelden van andere mensen dan God? Degenen die niet in God geloven tenzij ze polytheïsten zijn, zeiden: “We aanbidden ze alleen zodat ze ons dichter bij God kunnen brengen en voor ons kunnen bemiddelen bij God. In plaats daarvan zijn afgoden beelden die we hebben gemaakt voor de dienaren van God die dat wel zijn dicht bij de profeten en heiligen.” God reageerde op de oude polytheïsten, die het geheim kenden van het aanbidden van afgoden, en dat zij beelden waren van Gods dienaren, die dicht bij de profeten en heiligen stonden. God Almachtig zei:

{أَلَا لِلَّهِ الدِّينُ الْخَالِصُ وَالَّذِينَ اتخذوا مِن دُونِهِ أَوْلِيَاء مَا نَعْبُدُهُمْ إِلَّا لِيُقَرِّبُونَا إِلَى اللَّهِ زُلْفَى إِنَّ اللَّهَ يَحْكُمُ بَيْنَهُمْ فِي مَا هُمْ فِيهِ يَخْتَلِفُونَ إِنَّ اللَّهَ لَا يَهْدِي مَنْ هُوَ كَاذِبٌ كَفَّارٌ}
صدق الله العظيم [الزمر 39:3]
De Groepen (Al Zumur) 39:3

Ze zeggen: Dit zijn onze voorbidders bij God, maar God weet dat geen enkele dienaar in de hemel of op aarde om voorbede/bemiddeling durft te vragen, of hij nu een van de naaste engelen van de Meest Barmhartige is, of een djinn, of een mens aangezien degenen die beelden van de rechtvaardige dienaren van God aanbidden, zij geloven in hun voorspraak voor hen bij hun Heer op de Dag des Oordeels, en daarom zei de Almachtige God:

{وَيَقُولُونَ هَؤُلاء شُفَعَاؤُنَا عِندَ اللّهِ قُلْ أَتُنَبِّئُونَ اللّهَ بِمَا لاَ يَعْلَمُ فِي السَّمَاوَاتِ وَلاَ فِي الأَرْضِ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَى عَمَّا يُشْرِكُونَ}
صدق الله العظيم [يونس:18]
Yonas 10:18

En hier zijn de vragen en het antwoorden rechtstreeks van de Heer in de verzen van de Moeder van het Boek, de beslissende en duidelijke verzen voor de geleerden van de natie, en de algemene moslims, voor iedereen met een duidelijke Arabische taal:

Vraag 1- Weet God dat een van Zijn dienaren op de Dag der Opstanding, voor Zijn dienaren durft te bemiddelen bij hun Heer?
Antwoord 1- De Almachtige God zei:

{وَيَقُولُونَ هَؤُلاء شُفَعَاؤُنَا عِندَ اللّهِ قُلْ أَتُنَبِّئُونَ اللّهَ بِمَا لاَ يَعْلَمُ فِي السَّمَاوَاتِ وَلاَ فِي الأَرْضِ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَى عَمَّا يُشْرِكُونَ}
Yonas (10:18)

en het wordt je nu duidelijk dat degenen die geloven in de voorspraak van mens/dienaar voor mens/dienaar in de handen zijn, van de aanbeden Heer. Ze hebben geassocieerde partners. met hun Heer, en om deze reden zei God de Almachtige:

{وَيَقُولُونَ هَؤُلاء شُفَعَاؤُنَا عِندَ اللّهِ قُلْ أَتُنَبِّئُونَ اللّهَ بِمَا لاَ يَعْلَمُ فِي السَّمَاوَاتِ وَلاَ فِي الأَرْضِ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَى عَمَّا يُشْرِكُونَ}
Yonas (10:18)

Vraag 2 - Heeft God Zijn boodschappers geboden om mensen te verbieden te geloven in de voorspraak/bemiddeling van de profeten en heiligen van God voor hun Heer?
Antwoord 2- De Almachtige God zei:

{وَأَنذِرْ بِهِ الَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحْشَرُواْ إِلَى ربّهم لَيْسَ لَهُم مِّن دُونِهِ وَلِيٌّ وَلاَ شَفِيعٌ لَّعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ}
Het Vee (6:51)
[An'am 6:51].

Vraag 3 - Hebben de ongelovigen, bemiddelaars bij hun Heer? Moge God hen gehoorzamen door om voorbede/bemiddeling te vragen terwijl zij in deze wereld en het hiernamaals geloven?
Antwoord 3- God Almachtige zei:

{وَأَنذِرْهُمْ يَوْمَ الْآزِفَةِ إِذِ الْقُلُوبُ لَدَى الْحَنَاجِرِ كَاظِمِينَ مَا لِلظَّالِمِينَ مِنْ حَمِيمٍ وَلَا شَفِيعٍ يُطَاعُ}
Hij Die Vergeeft (40:18)
[ Ghafir 40:18].

Vraag 4 - Hebben gelovigen voorbidders/bemiddelaars bij God, omdat zij geloven in de voorbede/bemiddeling van mensen/dienaren voor mensen/dienaren bij de aanbeden Heer?
Antwoord 4 - De Almachtige God zei:

{يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ أَنفِقُواْ مِمَّا رَزَقْنَاكُم مِّن قَبْلِ أَن يَأْتِيَ يَوْمٌ لاَّ بَيْعٌ فِيهِ وَلاَ خُلَّةٌ وَلاَ شَفَاعَةٌ}
De Koe (2:254)
[ Al Baqara 2:254].

Vraag 5 - Dus niemand zou voor zijn Heer durven verschijnen, en met Hem redetwisten/beredeneren over het martelen van Zijn dienaren, die zichzelf onrecht hebben aangedaan, dus niemand zou bemiddelen voor de onrechtvaardigen bij hun Heer?
Antwoord 5- De Almachtige God zei:

{فَمَن يُجَادِلُ اللّهَ عَنْهُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ أَم مَّن يَكُونُ عَلَيْهِمْ وَكِيلاً}
De Vrouwen (4:109)
[ Al Nisaa 4:109]

Vraag 6 - Als de vader een van Gods heiligen is, en zijn zoon, een van degenen die zichzelf onrecht hebben aangedaan, zal het hem dan iets opleveren van Gods straf, en voor zijn zoon, te bemiddelen bij zijn Heer?
Antwoord 6- De Almachtige God zei:

{وَاخْشَوْاْ يَوْماً لاّ يَجْزِي وَالِدٌ عَن وَلَدِهِ وَلاَ مَوْلُودٌ هُوَ جَازٍ عَن وَالِدِهِ شَيْئاً إِنّ وَعْدَ اللّهِ حَقّ فَلاَ تَغُرّنّكُمُ الْحَيَاةُ الدّنْيَا وَلاَ يَغُرّنّكُم بِاللّهِ الْغَرُورُ}
Loeqman (31:33)
[ Luqman 31:33]

Vraag 7 - Als de man een van Gods heiligen is, en zijn vrouw een van degenen die zichzelf onrecht hebben aangedaan, heeft hij dan enig nut voor zijn vrouw en kan hij voor haar bemiddelen bij haar Heer, zelfs als hij een profeet en een boodschapper is?
Antwoord 7- God de Almachtige zei:

{ضَرَبَ اللَّهُ مَثَلًا لِّلَّذِينَ كَفَرُوا اِمْرَأَةَ نُوحٍ وَاِمْرَأَةَ لُوطٍ كَانَتَا تَحْتَ عَبْدَيْنِ مِنْ عِبَادِنَا صَالِحَيْنِ فَخَانَتَاهُمَا فَلَمْ يُغْنِيَا عَنْهُمَا مِنَ اللَّهِ شَيْئاً وَقِيلَ ادْخُلَا النّار مَعَ الدَّاخِلِينَ (10)}
Het Verbod (66:10)
[ Al Tahreem 66:10]

Vraag 8 – Betekent dit de absolute ontkenning van voorspraak/bemiddeling voor slaven bij de aanbeden Heer voor al Zijn slaven?
Antwoord 8- De Almachtige God zei:

{وَاتَّقُواْ يَوْماً لاَّ تَجْزِي نَفْسٌ عَن نَّفْسٍ شَيْئاً وَلاَ يُقْبَلُ مِنْهَا عَدْلٌ وَلاَ تَنفَعُهَا شَفَاعَةٌ وَلاَ هُمْ يُنصَرُونَ}
De Koe (2:48)
[ Al Baqara 2:48]

Vraag 9- Dus de familieleden zullen hun familieleden niet ten goede komen in de handen van hun Heer, dus God staat niet toe dat iemand van hen voor zijn familie bemiddelt bij zijn Heer, dus hebben we een fatwa met die strekking toegevoegd uit het beslissende Boek als een herinnering voor degenen die het begrijpen?
Antwoord 9- God de Almachtige zei:

{لَن تَنفَعَكُمْ أَرْحَامـُكُـمْ وَلَا أَوْلَادُكُـمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ يَفْصِلُ بَيْنَكُمْ وَالله بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ (3)}
De Vrouw Die Ondervraagt Werdt (60:3)
[ Al Mumtahina 60:3]

Vraag 10 - Dus voorbede/bemiddeling komt van God voor Hem, en Zijn Essentie, glorie zij Hem. Dus het gaat voor niemand van Zijn dienaren verder dan dat, daarom hebben we ter bevestiging een fatwa toegevoegd uit het beslissende Boek, een herinnering voor degenen met begrip ?
Antwoord- 10 - De Almachtige God zei:

{قُلْ لِلَّهِ الشَّفَاعَةُ جَمِيعًا لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ثُمَّ إِلَيْهِ تُرْجَعُونَ}
De Groepen (Al Zumur) 39:44


Daarom gebood God de boodschappers om hun volk te waarschuwen en hen te verbieden de leer van de voorspraak van mensen/slaven. En God de Almachtige zei:

{وَأَنذِرْ بِهِ الَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحْشَرُواْ إِلَى ربّهم لَيْسَ لَهُم مِّن دُونِهِ وَلِيٌّ وَلاَ شَفِيعٌ لَّعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ}
Het Vee (Al-Anaam) 6:51

Vraag 11 – Is er iets in de Soennah in de ware profetische hadiths, dat deze verheldering en verduidelijking voor de natie vergroot dan Mohammed, de boodschapper van God – moge Gods gebeden en vrede met hem en zijn familie zijn – die vroeger het Boek met de waarheid aan de mensen uitleggen en niet uit verlangen (zijn eigen hoofd) spraken?
Antwoord-11- Mohammed, de Boodschapper van God, moge Gods gebeden en vrede met hem en zijn familie zijn, zei: [O Fatima, dochter van Mohammed! O Safiyya, dochter van Abdul Muttalib! O zonen van Abdul Muttalib! Ik bezit niets voor jou van God.]

En Mohammed, de Boodschapper van God, moge Gods gebeden en vrede met hem en zijn zuivere familie zijn, zei: [O Banu Ka'b, Banu Luay! Red jezelf van het vuur. O zoon van Murrah bin Ka'b! Red jezelf van de hel, O Banu Hasjem! Red jezelf van de hel, o zonen van Abdul Muttalib! Red jezelf van de hel, Fatima! Red jezelf van het Vuur, want ik bezit niets voor jou van God.]

En Mohammed, de Boodschapper van God, moge Gods gebeden en vrede met hem en zijn familie zijn, zei: [O mensen van de Qoeraisj! Koop jezelf bij God, ik ben van geen nut voor jullie tegen God, o zonen van Abdul Muttalib! Ik ben van geen nut voor jou bij God, O Abbas bin Abdul Muttalib, ik ben van geen nut voor jou bij God, O Safiyya, tante van de Boodschapper van God! Ik ben van geen nut voor jou voor God. O Fatima, dochter van de Boodschapper van God, ik ben van geen nut voor jou voor God.]
Hij, vrede en zegeningen zij met hem, zei de waarheid.

Dus waarom, o natie van de Islam, laat u de duidelijke en beslissende verzen weg – zij behoren tot de verzen van de Moeder van het Boek – in een fatwa die de tussenkomst van mensen/dienaren ontkent, evenals de de ware profetische hadiths over een fatwa die de voorspraak/bemiddeling van mensen/dienaren voor mensen/dienaren ontkent in een absolute ontkenning, en dan volg je de dubbelzinnige verzen over het noemen van voorbede/bemiddeling die dat niet doet. Kent u het geheim ervan? Op dezelfde manier volg je de vervalste hadiths over Mohamed in de Soennah die qua uiterlijk lijken op de dubbelzinnige verzen, maar verschillen van de duidelijke verzen van het Boek. En zo ontstaat er in jouw hart een afwijking van de duidelijke waarheid in de verzen van de Moeder van het Boek. En zo laat je het achter je rug alsof je er niets van weet. En zo volg je de dubbelzinnige verzen met de vermelding van voorbede/bemiddeling ? En wie dat ook doet, er zal een afwijking van de waarheid in zijn hart zijn. En de Almachtige God zei:

{هُوَ الَّذِي أَنْزَلَ عَلَيْكَ الْكِتَابَ مِنْهُ آيَاتٌ مُحْكَمَاتٌ هنّ أمّ الكتاب وَأُخَرُ مُتَشَابِهَاتٌ فَأَمَّا الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِمْ زَيْغٌ فَيَتَّبِعُونَ مَا تَشَابَهَ مِنْهُ ابْتِغَاءَ الْفِتْنَةِ وَابْتِغَاءَ تَأْوِيلِهِ وَمَا يَعْلَمُ تَأْوِيلَهُ إِلَّا اللَّهُ وَالرَّاسِخُونَ فِي الْعِلْمِ يَقُولُونَ آمَنَّا بِهِ كُلٌّ مِنْ عِنْدِ رَبِّنَا وَمَا يَذَّكَّرُ إِلَّا أُوْلُوا الأَلْبَابِ}
Het Huis van Imran (Al Imaran 3: 7)

Misschien zou een van degenen in wier hart is afgeweken van de duidelijke waarheid in de beslissende verzen van het Boek die hij achter zich laat, willen zeggen: “O Nasser Muhammad Al-Jemenitisch, heeft de Almachtige God niet gezegd:

{لهُ مَا فِي السَّمَوَاتِ وَمَا فِي الأَرْضِ مَنْ ذَا الَّذِي يَشْفَعُ عِنْدَهُ إِلَّا بِإِذْنِهِ}
De Koe (Al Baqara) 2:255

Dan antwoordt imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni op hem en ik zeg: Dit zijn enkele verzen van het Boek die vergelijkbaar zijn in het noemen van voorbede/bemiddeling, en God staat hem alleen toe hem aan te spreken met de juiste verklaring. Ter bevestiging van de woorden van God de Almachtige:

{يَوْمَ يَقُومُ الرُّوحُ وَالْمَلَائِكَةُ صَفًّا لَا يَتَكَلَّمُونَ إِلَّا مَنْ أَذِنَ لَهُ الرَّحْمَنُ وَقَالَ صَوَابًا}
De Aankondiging (Al Naba) 78:38

God geeft alleen toestemming aan wie Hij wil, om voorbede/bemiddeling te bereiken door correcte spraak en niet door valse spraak. Dat verhoogt hun polytheïsme, afhankelijk van jouw geloof dat God het verzoek om voorbede/bemiddeling van de Heer toestaat voor Zijn dienaren. Integendeel, God staat Zijn dienaar toe om te spreken om voorspraak om de ziel van God te bewerkstelligen, zodat Gods barmhartigheid voor jou zal bemiddelen tegen Zijn kwelling. Ter bevestiging van de woorden van God de Almachtige:

{قُلْ لِلَّهِ الشَّفَاعَةُ جَمِيعَاً}
De Groepen (Al Zumur) 39:44

Misschien zouden degenen die soortgelijke verzen volgen bij het noemen van voorbede/bemiddeling willen zeggen: Heeft God de Almachtige niet gezegd:

{يَوْمَ نَحْشُرُ الْمُتَّقِينَ إِلَى الرَّحْمَنِ وَفْدًا (85) وَنَسُوقُ الْمُجْرِمِينَ إِلَى جَهَنَّمَ وِرْدًا (86) لا يَمْلِكُونَ الشَّفَاعَةَ إِلا مَنِ اتخذ عِنْدَ الرَّحْمَنِ عَهْدًا (87)}
Maria (Mariam) 19:85-87

Dus, O Nasser Muhammad, kijk naar de woorden van God de Almachtige:

{لا يَمْلِكُونَ الشَّفَاعَةَ إِلا مَنِ اتخذ عِنْدَ الرَّحْمَنِ عَهْدًا}
Maria (Mariam) 19:87

En dan reageert de Imam Mahdi Nasser Muhammad hem en ik zeggen: inderdaad, degenen die een verbond met de Barmhartige hebben gesloten, hebben al eerder een verbond met God gesloten, zodat zij niet tevreden zullen zijn totdat Hij tevreden is, en God stond hen niet toe om voorbede/bemiddeling te vragen, maar eerder om te bereiken voor God’s eigen ziel, zodat God’s barmhartigheid voor jou zal bemiddelen tegen Zijn kwelling, dus vragen ze hun Heer om tevreden te zijn in Zichzelf en niet verdrietig te zijn vanwege het onrecht van Zijn dienaren jegens zichzelf, en de reden voor Zijn verdriet is dat Hij de Barmhartigste van de Barmhartigen is.

En zij zeiden: “O Meest Barmhartige van de Genadevolle, wij behoren tot Uw dienaren en we hebben Uw plezier als doel genomen en niet als middel om de Tuin van Gelukzaligheid te bereiken(de Hemel). Uw plezier is de grootste gelukzaligheid voor ons dan gelukzaligheid van de Tuin van Zaligheid (de Hemel). We hebben een verbond met U gesloten terwijl we nog in het leven van deze wereld zijn, dat we niet tevreden zullen zijn totdat U tevreden bent en dat we niet tevreden zullen zijn tot dat u tevreden bent met uzelf. Het visioen van de Tuin van Gelukzaligheid (de Hemel) misleidt ons niet van ons verbond. Het verbond dat we hebben gesloten toen we nog in het leven van deze wereld waren, want we zullen pas tevreden zijn als U tevreden bent.

Dan antwoordt God hen: “Is jouw Heer niet tevreden met jou? Daarom zal ik je toelaten tot tuinen van gelukzaligheid. Is dat niet genoeg voor jou?”

Dan antwoorden zij tegen hun Heer en zeggen: “Maar wij hebben Uw genoegen niet als een middel genomen om ons in de Tuin van Zaligheid binnen te gaan, maar wij hebben Uw genoegen als een doel in onszelf genomen. Wij zijn niet bedroefd door Uw dienaren die zichzelf onrecht hebben aangedaan , dus we zijn niet barmhartiger jegens hen dan God, de Meest Barmhartige van degenen die barmhartig zijn. Ben je blij en gelukkig?

Dan antwoordt hun Heer op hen en zegt: “God verheugt zich alleen in het berouw van Zijn dienaren jegens Hem, zodat Hij hen niet zal straffen en hen niet zal toelaten tot tuinen van gelukzaligheid. Dus hoe kan jouw Heer gelukkig zijn als er maar een paar van Mijn dienaren zijn die berouw hebben getoond aan mij? De fatwa van uw Heer aan u is voorafgegaan in Zijn beslissende Boek, dat Hij spijt heeft van de onrechtvaardige ongelovigen die de boodschappers van hun Heer vanaf een moment verloochenen. Zij hadden geen spijt van wat zij verwaarloosden in de aanwezigheid van hun Heer totdat Wij hen vernietigden. Zij kregen spijt over wat zij verwaarloosden in de aanwezigheid van hun Heer. De fatwa van jouw Heer in Zijn beslissende Boek met betrekking tot Zijn toestand, dat Hij spijt heeft van Zijn berouwvolle dienaren voor wat zij verwaarloosden, maar zij kregen geen spijt van wat zij verwaarloosden in het gezelschap van hun Heer toen ze nog leefden. Toen vernietigd wij hun met een pijnlijke bestraffing en wierpen hen in het vuur van de hel. Dus zie, zij werden getroffen door de genade van hun Heer, de Meest Barmhartige van de barmhartigen. En Wij hebben hen geen onrecht aangedaan, maar zij hebben hun eigen ziel onrecht aangedaan.

Dan antwoordt de eervolle delegatie en zegt: “O Heer der werelden, zijn degenen die Uw genoegen als een doel zagen en niet als een middel om toegang te krijgen tot de Tuinen van Gelukzaligheid, van het rechte pad afgedwaald?”

Dan reageert hun Heer op hen en zegt: “Integendeel, dat is het meest directe pad naar jouw Heer, dat je het plezier van God als doel neemt. Ik heb de djinn en de mensheid niet geschapen behalve om mij te aanbidden, maar vanwege de trots van God, jouw Heer, Hij heeft dat niet tot een verplichte zaak voor jou gemaakt om het plezier van jouw Heer als doel te nemen, niet uit hebzucht naar Mijn Paradijs of uit angst voor Mijn Vuur, en om deze reden hebben Wij het Paradijs gemaakt voor degenen die dankbaar zijn en de hel voor degenen die ongelovig zijn. Wat betreft het nemen van het plezier van jouw Heer als doel, daarin ligt de wijsheid van het creëren van slaven, ter bevestiging van de fatwa van jouw Heer aan de djinn en de mensheid in Zijn beslissende Boek. :

{وَمَا خَلَقْتُ الجنّ وَالْإِنسَ إِلَّا لِيَعْبُدُونِ}
De Schiftende Winden (Al Zaareyaat) 51:56

Jullie zijn de mensen die God beloofde te sturen in het tijdperk van het sturen van de Imam Mahdi naar een gelukzaligheid die groter is dan de gelukzaligheid van Mijn Paradijs, dus reageerden jullie op de Ware oproep van jullie Heer en sloten jullie een verbond met jullie Heer dat jullie niet zullen worden tevreden totdat Hij tevreden is, dus vraag wat je wilt.”


Dus zeggen ze met één tong: “Wij willen dat u voor ons de grootste gelukzaligheid van uw paradijs bereikt, zodat u tevreden zult zijn, want uw belofte is waar en u bent de meest barmhartige van degenen die barmhartig zijn, en uw dienaren mogen dat niet doen (het vragen om voorbede/bemiddeling voor uw dienaren). Glorie zij U, want u bent barmhartiger voor uw dienaren dan uw dienaren, en uw belofte is waar en u bent de meest barmhartige van degenen die barmhartig zijn, dus wij zijn niet barmhartiger voor uw dienaren dan u bent. Glorie zij met u, want u bent de meest barmhartige van degenen die barmhartig zijn.’

Dan antwoordt hun Heer op hen en zegt: “Jullie spraken de waarheid en spraken het juiste. Bij Mijn macht en majesteit zal God, jullie Heer, jullie niet tevredenstellen met heel Zijn koninkrijk totdat Ik tevreden ben Jouw verklaring, omdat het de juiste verklaring is, O gemeenschap van mensen van wie God houdt en die van Hem houden, jullie hebben geweigerd tevreden te zijn met de tuinen van gelukzaligheid totdat Hij tevreden is met degene die meer geliefd is bij jou dan Zijn koninkrijk.” Jullie allemaal, God is de Heer der werelden. Jullie Geliefde zijn tevredengesteld, en Mijn barmhartigheid heeft voor Mijn dienaren bemiddeld tegen Mijn straf, dus begeef je onder Mijn dienaren en betreed Mijn Paradijs.”

Hier zijn degenen die spijt hebben van wat ze hebben nagelaten (om dicht bij hun Heer te zijn) verrast, omdat ze God hebben horen zeggen: “Mijn barmhartigheid heeft voor Mijn dienaren bemiddeld tegen Mijn bestraffing, dus begeef je onder Mijn dienaren en betreed Mijn Paradijs.” Dan zeggen degenen die spijt hebben van wat ze hebben nagelaten, tegen het volk van wie God houdt en dat van Hem houdt:

{مَاذَا قَالَ ربّكم قَالُوا الحقّ وَهُوَ الْعَلِيُّ الْكَبِيرُ}
Sheba (Saba) 34:23

Misschien zou een van de vooraanstaande moslimgeleerden mij willen onderbreken en zeggen: “Wat is dit, O Nasser Muhammad? Is dit een nieuwe openbaring dat u God belastert?” Dan antwoordt imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni op hem en ik zeg: Er is geen nieuwe openbaring na de Grote Koran, maar dat is de ware uitleg van wat God de Almachtige zegt:

{لَا تَنفَعُ الشَّفَاعَةُ عِندَهُ إِلَّا لِمَنْ أَذِنَ لَهُ حَتَّى إِذَا فُزِّعَ عَن قُلُوبِهِمْ قَالُوا مَاذَا قَالَ ربّكم قَالُوا الحقّ وَهُوَ الْعَلِيُّ الْكَبِيرُ}
Sheba (Saba) 34:23

Bij God, niets dwong mij dit uit te leggen, behalve uw verkeerde begrip van het bereiken van de voorspraak van slaven bij de aanbeden Heer, dus beweerde u dat God toestaat dat wie Hij maar wil onder Zijn dienaren, voor Hem tussenbeide komt voor Zijn dienaren. Glorie zij Hem. Allerhoogst, Allerhoogst! In plaats daarvan staat Hij hen toe voorbede/bemiddeling te doen ter wille van de Almachtige God, omdat zij het genot van God’s ziel als doel hebben genomen, en omdat zij zien dat het genot van God, hun Geliefde, een grotere gelukzaligheid is dan Zijn Paradijs terwijl zij nog leven.
Bij God, die geen andere god heeft dan Hij en niemand anders dan Hij die aanbeden moet worden: niemand is zeker van deze uitspraak van mij, behalve degene die tot een volk behoort van wie God houdt en die van Hem houden in dit land, en weet je waarom? Dit komt omdat ze de grote vastberadenheid kennen die ze nu in dit wereldse leven in zichzelf hebben, namelijk dat ze niet tevreden zullen zijn met het Koninkrijk van God in deze wereld en het hiernamaals totdat Hij tevreden is.

Misschien zou een van de geleerden van het land willen zeggen: “O Nasser Muhammad Al-Jemenitisch, kent u ze? zodat u kunt getuigen van hun bestaan ​​in dit land?”

Dan antwoordt de Imam Mahdi hen en ik zeg: Ze weten dat Nasser Muhammad Al-Jemeni hen niet kent, en als ik ze kende en vriendschap met hen sloot en vriendschap met hen sloot, dan zou wat in hen zit mij niet informeren! In feite zijn zij degenen die weten wat er in hen zit en deze belangrijke waarheid een teken van ratificatie vinden voor de imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni. Misschien zou een andere geleerde willen zeggen: “En wat is dit vers onder hen waarvan een volk dat God liefheeft en dat van Hem houdt met zekerheid wist dat dit een teken van ratificatie is voor de Imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni?” Dan antwoordt de imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni op alle vragenstellers en ik zeg: Ik zweer bij God de Grote, Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen en de Heer van de Grote Troon is, dat de mensen die God beloofde in Zijn beslissende Boek:
{يَا أَيُّهَا الَّذِينَ ءاَمَنُوا مَنْ يَرْتَدَّ مِنْكُمْ عَنْ دِينِهِ فَسَوْفَ يَأْتِي اللهُ بِقَوْمٍ يُحِبُّهُمْ وَيُحِبُّونَهُ}
De Tafel (Al Maa-eda) 5:54

Misschien zou een van de vragenstellers willen zeggen: “Hoe zullen de werelden ervan weten, zolang je ze niet aan de werelden introduceert! Wat nog verbazingwekkender is, is dat je zegt dat je ze dan niet kent! Hoe dan zullen wij hun kennen?” Dan antwoordt de Imam Mahdi op de vragenstellers en ik zeg: Zij zijn alleen degenen die met zekerheid zullen weten dat zij tot de mensen behoren van wie God houdt en die van Hem houden. Misschien zou een andere vraagsteller willen zeggen: “O Nasser Muhammad, wees kort, duidelijk en welsprekend. Hoe kan ik met zekerheid weten dat ik tot een volk kom van wie God houdt en dat van Hem houdt in deze natie?” Dan antwoordt imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni en ik zeg: Als jij een van de mensen bent die God beloofde te sturen in Zijn beslissende Boek, een volk van wie God houdt en die van Hem houden, dan zweer ik bij God de Grote, Heer van de hemelen en de aarde en wat zich daartussen bevindt, en Heer van de Grote Troon, dat u in uzelf zult ontdekken dat u niet tevreden zult zijn met het koninkrijk der hemelen en de aarde, noch met het koninkrijk van het Paradijs, waarvan de breedte is de hemelen en de aarde, en soortgelijke dingen ermee, en soortgelijke dingen ermee, en soortgelijke dingen ermee, tot in het oneindige; Je zult met dit alles niet tevreden zijn totdat je geliefde, God, de Barmhartige, tevreden is, dus het liefdesverdriet en de droefheid verdwijnen van hemzelf en hij is tevreden, omdat de mensen van wie God houdt en die van Hem houden, Gods genoegen hebben genomen als doel en niet als middel om het koninkrijk van deze wereld en het hiernamaals te verwerven. Sterker nog, bij God, buiten wie er geen god en geen god is om aanbeden te worden, als God maar één van hen het koninkrijk van God zou schenken, allemaal. van hen zal Hij niet tevreden zijn en zal zeggen: Niets will ik van dat, Niets, want uw dienaar, mijn Heer, moet tevreden zijn totdat u tevreden bent! Ik hoorde over uw situatie via uw fatwa over uw situatie in uw beslissende boek voor de geleerden van de natie en de algemene moslims:

{يَا حَسْرَ‌ةً عَلَى الْعِبَادِ ۚ مَا يَأْتِيهِم مِّن رَّ‌سُولٍ إِلَّا كَانُوا بِهِ يَسْتَهْزِئُونَ ﴿٣٠﴾ أَلَمْ يَرَ‌وْا كَمْ أَهْلَكْنَا قَبْلَهُم مِّنَ الْقُرُ‌ونِ أَنَّهُمْ إِلَيْهِمْ لَا يَرْ‌جِعُونَ ﴿٣١﴾}
Yasin (Yasin) 36:30-31



en sinds U bedroefd bent door Uw berouwvolle dienaren die de waarheid van hun Heer niet volgen, en zo vernietigde u hen waarna ze berouw kregen, ter bevestiging van Uw Ware fatwa in Uw beslissende Boek:

{إِن كَانَتْ إِلاَّ صَيْحَةً وَاحِدَةً فَإِذَا هُمْ خَامِدُونَ (29) يَا حَسْرَةً عَلَى الْعِبَادِ مَا يَأْتِيهِم مِّن رَّسُولٍ إِلاَّ كَانُوا بِهِ يَسْتَهْزِؤُون (30) أَلَمْ يَرَوْا كَمْ أَهْلَكْنَا قَبْلَهُم مِّنْ الْقُرُونِ أنّهم إِلَيْهِمْ لاَ يَرْجِعُونَ (31) وَإِن كُلٌّ لَّمَّا جَمِيعٌ لَّدَيْنَا مُحْضَرُونَ (32)}
Yasin (Yasin) 36:29-32

Dus na deze uitleg van dit vers, wie dan ook tot een volk behoort van wie God houdt en die van Hem houden, zweer bij de Heer der werelden, dat zij een verbond zullen sluiten met de Meest Barmhartige, en God zullen oproepen om tegen hem te getuigen dat zij niet tevreden waren totdat hun geliefde God tevreden is, Heer der werelden, de Meest Barmhartige van de Genadevolle.

Misschien zou een van degenen die op zoek zijn naar de waarheid willen zeggen: “O Nasser Muhammad Al-Jemenitisch, ik heb het gevoel dat ik niet tevreden zal zijn totdat Gods genoegen is bereikt, zonder spijt of verdriet, maar ik ben een van de vele zondaars en degenen die die zichzelf hebben overtreden en alle zonden hebben begaan. Moet ik een van de mensen zijn van wie God houdt en die van Hem houden?” Dan reageert de Imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni op hem en ik zeg: Misschien zijn de zonden van de Imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni meer dan jouw zonden, o deze, maar ik geloofde in de fatwa van God in Zijn beslissende Boek. in de Grote Koran:

{إِنَّ اللَّهَ يُحِبُّ التَّوَّابِينَ وَيُحِبُّ الْمُتَطَهِّرِينَ}
De Koe (Al Baqar) 2:222

daarom hoopte de imam Mahdi Nasser Muhammad Al-Jemeni dat God hem tot een van de mensen zou maken van wie God houdt en die van Hem houden, onder degenen die God beloofde te zullen sturen in Zijn beslissende Boek aan het einde der tijden, en toen maakte God mij tot een imam voor hen en leidde mij naar het rechte pad en mijn kennis en wijsheid vergroot.

en vrede met de afzenders en alle lof zij Allah..
Je broer Imam Mahdi Nasser Mohammed Yamani.
______________



======== اقتباس =========

اقتباس المشاركة 61877 من موضوع سؤالٌ و جوابٌ عن الشفاعة ردّاً على فضيلة الشيخ العقبي ..


الإمام ناصر محمد اليماني
05 - 11 - 1433 هـ
21 - 09 - 2012 مـ
03:50 صباحاً

[ لمتابعة رابط المشاركــة الأصليّة للبيان ]
https://nasser-alyamani.org/showthread.php?p=61847
ــــــــــــــــــــ


سؤالٌ وجوابٌ عن الشفاعة ردّاً على فضيلة الشيخ العقبي ..


بسم الله الرحمن الرحيم، والصلاة والسلام على جدّي محمدٍ رسول الله وكافّة أنبياء الله وآلهم الطيبين الطاهرين لا نفرّق بين أحدٍ من رسله ونحن له مسلمون، أدعو إلى الله على بصيرةٍ من ربّي القرآن العظيم وسنّة البيان التي لا تخالف لمحكم القرآن، وأنا من المسلمين وأعلن الكفر المطلق بالتعدديّة المذهبيّة وتعدّد الأحزاب السياسيّة في دين الله ومتبعٌ لكتاب الله وسنّة رسوله الحقّ ولست مبتدعاً، والحمد لله ربّ العالمين، أمّا بعد..

ويا حبيبي في الله نجيب العقبي، إنّ الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني برغم أنّه يدعو كافة علماء المسلمين والنّصارى واليهود إلى الاحتكام إلى محكم القرآن العظيم ولكنّ هذا لا يعني أنّ الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني لا يتّبع إلا القرآن العظيم؛ بل إنّي متبعٌ لكتاب الله وسنّة رسوله الحقّ، وإنّما أدعو علماء المسلمين وعامّتهم إلى الاعتصام بالقرآن العظيم حين يجدون ما يخالف محكمَه في السنّة النبويّة، فهنا أمرهم الله ورسوله أن يعتصموا بالقرآن العظيم وينبذوا ما يخالف لمحكمِه وراء ظهورهم سواء يكون في التوراة أو في الإنجيل أو في السنّة النبويّة، كون ما خالف لمحكم كتاب الله القرآن العظيم باطلٌ مفترى على الله ورسله من قبل شياطين الجنّ والإنس سواء يكون في التوراة أو في الإنجيل أو في سُنن البيان لأنبياء الله، فاتقوا الله وأطيعونِ، ولا تفرّقوا بين كتاب الله والسنّة النبويّة الحقّ، وتالله إنّ سنّة البيان الحقّ على لسان نبيّه إنّما هي من عند الله. تصديقاً لقول الله تعالى:
{فَإِذَا قَرَأْنَاهُ فَاتَّبِعْ قُرْآنَهُ (18) ثُمَّ إِنَّ عَلَيْنَا بَيَانَهُ (19)} صدق الله العظيم [القيامة].

وأشهد لله أنّ البيان الحقّ في السنّة النبويّة إنّما هو من عند الله بوحي التفهيم، ومنها ما يتعلمه عن طريق معلّمه رسولِ الله جبريل عليه الصلاة والسلام وعلى جميع ملائكة الله المقربين.


ويا معشر علماء الأمّة المختلفين في دينهم ما خطب طائفةٍ منكم نبذوا كتاب الله وراء ظهورهم وقالوا حسبنا سنّة البيان ويسمّون أنفسهم بالسُنِّيين؟ فقد ضللتم عن الصراط المستقيم يا معشر أهل السنّة، كونكم نبذتم كتاب الله القرآن العظيم وراء ظهوركم وتأخذون ما تستطيعون أن تؤَوِّلونه حسب أهوائكم فقلتم: قال الله تعالى:
{وَمَا آتَاكُمُ الرَّسُولُ فَخُذُوهُ وَمَا نَهَاكُمْ عَنْهُ فَانْتَهُوا} صدق الله العظيم [الحشر:7].

ومن ثم يردّ عليكم الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني وأقول: فمن الذي جاء بالقرآن العظيم إليكم إن كنتم صادقين؟ ألم يأتكم به محمدٌ رسول الله صلّى الله عليه وآله وسلم، أفلا تتقون؟ فكيف تنبذون كتاب الله القرآن العظيم وراء ظهوركم؟ وحين تأتي فيه آيةٌ محكمةٌ مخالفةٌ للباطل المفترى في السنّة النبويّة فتقولون: لا يعلم بتأويله إلا الله! افتراءً على الله.

ولربّما يودّ أن يقول أحد علماء السُّنة: "يا ناصر محمد، ألم يقل الله تعالى:
{‏وَمَا يَعْلَمُ تَأْوِيلَهُ إِلاَّ اللَّهُ} صدق الله العظيم [آل عمران:7] ؟". ومن ثم يردّ عليه الإمام المهديّ وأقول: إنّما يقصد بأنّ المتشابه من القرآن لا يعلم بتأويله إلا الله والراسخون في علم الكتاب، ولم يأمركم الله باتّباع ظاهر المتشابه لأنّ له تأويلٌ غير ظاهره؛ بل أمركم الله باتّباع آيات الكتاب المحكمات البيّنات هنّ أمّ الكتاب فتحتكمون إليها كونها آيات بيّنات لعلماء الأمّة وعامّة المسلمين لكلّ ذي لسانٍ عربيٍّ مبينٍ، وما يكفر بآيات الله المحكمات البيّنات إلا الفاسقون. تصديقاً لقول الله تعالى: {وَلَقَدْ أَنزَلْنَا إِلَيْكَ آيات بيّنات وَمَا يَكْفُرُ بِهَا إِلاَّ الْفَاسِقُونَ (99)} صدق الله العظيم [البقرة].

وتلك الآيات المحكمات هنّ آيات أمّ الكتاب البيّنات لعلماء الأمّة وعامّة المسلمين آياتُ محكماتٌ لكلّ ذي لسانٍ عربّي مبينٍ، وأمركم الله بالاحتكام إلى تلك الآيات المحكمات واتّباعها والإيمان فقط بالآيات المتشابهات، ولم يأمركم الله باتّباع ظاهر المتشابه من القرآن العظيم بل أمركم باتباع المحكم والإيمان بالمتشابه. تصديقاً لقول الله تعالى:
{هُوَ الَّذِي أَنْزَلَ عَلَيْكَ الْكِتَابَ مِنْهُ آيَاتٌ مُحْكَمَاتٌ هنّ أمّ الكتاب وَأُخَرُ مُتَشَابِهَاتٌ فَأَمَّا الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِمْ زَيْغٌ فَيَتَّبِعُونَ مَا تَشَابَهَ مِنْهُ ابْتِغَاءَ الْفِتْنَةِ وَابْتِغَاءَ تَأْوِيلِهِ وَمَا يَعْلَمُ تَأْوِيلَهُ إِلَّا اللَّهُ وَالرَّاسِخُونَ فِي الْعِلْمِ يَقُولُونَ آمَنَّا بِهِ كُلٌّ مِنْ عِنْدِ رَبِّنَا وَمَا يَذَّكَّرُ إِلَّا أُولُو الْأَلْبَابِ ﴿7﴾} صدق الله العظيم [آل عمران].

فقد نهاكم الله عن اتّباع ظاهر المتشابه من القرآن العظيم، وإنّما أمركم أن تتبعوا محكم القرآن والإيمان بالمتشابه حتى يبعث الله إماماً كريماً يبيّنه لكم ويفصّله تفصيلاً.

وربّما يودّ أحد عامّة المسلمين أن يقول: "يا ناصر محمد، إنّك تقول إنّ آيات الكتاب المحكمات آياتٌ بيّناتٌ لعلماء الأمّة وعامّة المسلمين وأنا من عامّة المسلمين فآتني بآياتٍ محكماتٍ بيّناتٍ من آيات أمّ الكتاب، وترى هل أستطيع فهمها من دون الرجوع إلى علماء الأمّة كونك تقول إنّ آيات الكتاب المحكمات آياتٌ بيّناتٌ لعلماء الأمّة وعامّة المسلمين؟". ومن ثم يردّ عليه الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني وأقول: إليك من آيات الكتاب المحكمات البيّنات هنّ أمّ الكتاب وأقسم بالله العظيم إنّه ليعلمها من قرأها أو سمعها من عامّة المسلمين في فتوى الله في نفيِّ شفاعة العبيد بين يدي الربّ المعبود.

ويا أُمّة الإسلام يا حُجاج بيت الله الحرام، اتقوا الله فإنّي أنذركم بما أُنذر به الذين من قبلكم بالكفر بعقيدة الشفاعة من العبيد للعبيد بين يدي الربّ المعبود إني لكم نذيرٌ مبينٌ بالبيان الحقّ للقرآن العظيم، وأشهدُ لله شهادة الحقّ اليقين بين يدي الله بأنّ الذين يعتقدون بشفاعة الأنبياء والأولياء الصالحين بين يدي الله قد أشركوا بالله وكذّبوا على أنفسهم وضلّ عنهم ما كانوا يفترون، أفلا تعلمون أنّ تماثيل الأصنام كانت بدايتها تماثيل لصور أنبياء الله وأوليائه الصالحين؟ والذين كانوا يعرفون سرَّ عبادة الأصنام سألهم رسل الله لماذا يعبدون أصناماً تماثيل لبشرٍ من دون الله؟ فقال الذين لا يؤمنون بالله إلا وهم مشركون قالوا: "إنّما نعبدهم ليقربونا إلى الله زلفاً فيشفعوا لنا بين يدي الله، وإنّما الأصنام هي تماثيل عملناها لعباد الله المقرّبين من الأنبياء والأولياء". فردّ الله على الأوّلين المشركين الذين يعلمون سرّ عبادة الأصنام وبأنها تماثيل لعباد الله المقربين من الأنبياء والأولياء، فقال الله تعالى:
{أَلَا لِلَّهِ الدِّينُ الْخَالِصُ وَالَّذِينَ اتخذوا مِن دُونِهِ أَوْلِيَاء مَا نَعْبُدُهُمْ إِلَّا لِيُقَرِّبُونَا إِلَى اللَّهِ زُلْفَى إِنَّ اللَّهَ يَحْكُمُ بَيْنَهُمْ فِي مَا هُمْ فِيهِ يَخْتَلِفُونَ إِنَّ اللَّهَ لَا يَهْدِي مَنْ هُوَ كَاذِبٌ كَفَّارٌ} صدق الله العظيم [الزمر:3].

ويقولون هؤلاء شفعاؤنا عند الله ولكنّ الله يعلم أنّه لا يتجرأ لطلب الشفاعة أيُّ عبدٍ في السموات والأرض سواء كان من ملائكة الرحمن المقربين أو من الجنّ أو من الإنس، وبما أنّ الذين يعبدون تماثيل لعباد الله الصالحين كونهم يعتقدون بشفاعتهم لهم بين يديّ ربّهم يوم الدين، ولذلك قال الله تعالى:
{وَيَقُولُونَ هَؤُلاء شُفَعَاؤُنَا عِندَ اللّهِ قُلْ أَتُنَبِّئُونَ اللّهَ بِمَا لاَ يَعْلَمُ فِي السَّمَاوَاتِ وَلاَ فِي الأَرْضِ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَى عَمَّا يُشْرِكُونَ} صدق الله العظيم [يونس:18].

وإليكم السؤال والجواب مُباشرةً من الربّ في آيات أمّ الكتاب المحكمات البيّنات لعلماء الأمّة وعامّة المسلمين لكلّ ذي لسانٍ عربّيٍ مبينٍ:

ســ 1- فهل يعلمُ الله بأنّ أحداً من عبيده يتجرأ أن يشفع لعبيده بين يدي ربّهم يوم القيامة؟
جــ 1- قال الله تعالى: {وَيَقُولُونَ هَؤُلاء شُفَعَاؤُنَا عِندَ اللّهِ قُلْ أَتُنَبِّئُونَ اللّهَ بِمَا لاَ يَعْلَمُ فِي السَّمَاوَاتِ وَلاَ فِي الأَرْضِ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَى عَمَّا يُشْرِكُونَ} صدق الله العظيم [يونس:18]، ويتبيّن لكم أنّ أصحاب عقيدة شفاعة العبيد للعبيد بين يدي الربّ المعبود قد أشركوا بربّهم، ولذلك قال الله تعالى: {وَيَقُولُونَ هَؤُلاء شُفَعَاؤُنَا عِندَ اللّهِ قُلْ أَتُنَبِّئُونَ اللّهَ بِمَا لاَ يَعْلَمُ فِي السَّمَاوَاتِ وَلاَ فِي الأَرْضِ سُبْحَانَهُ وَتَعَالَى عَمَّا يُشْرِكُونَ} صدق الله العظيم.

ســ 2- وهل أمر الله رُسله أن ينهوا النّاس عن الاعتقاد بشفاعة الأنبياء وأولياء الله بين يدي ربّهم؟
جــ 2-
قال الله تعالى: {وَأَنذِرْ بِهِ الَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحْشَرُواْ إِلَى ربّهم لَيْسَ لَهُم مِّن دُونِهِ وَلِيٌّ وَلاَ شَفِيعٌ لَّعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ} صدق الله العظيم [الأنعام:51].

ســ 3- وهل للكافرين شُفعاء بين يدي ربّهم يطيعهم الله في طلب الشفاعة كما يعتقدون في الدُنيا والآخرة؟
جــ 3- قال الله تعالى: {وَأَنذِرْهُمْ يَوْمَ الْآزِفَةِ إِذِ الْقُلُوبُ لَدَى الْحَنَاجِرِ كَاظِمِينَ مَا لِلظَّالِمِينَ مِنْ حَمِيمٍ وَلَا شَفِيعٍ يُطَاعُ} صدق الله العظيم [غافر:18].

ســ 4 - وهل للمؤمنين شُفعاء بين يدي الله كما يعتقدون بشفاعة العبيد للعبيد بين يدي الربّ المعبود؟
جــ 4 - قال الله تعالى: {يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُواْ أَنفِقُواْ مِمَّا رَزَقْنَاكُم مِّن قَبْلِ أَن يَأْتِيَ يَوْمٌ لاَّ بَيْعٌ فِيهِ وَلاَ خُلَّةٌ وَلاَ شَفَاعَةٌ} صدق الله العظيم [البقرة:254].

ســ 5- إذاً لن يجرؤ أحدٌ أن يتقدم بين يدي ربّه يُحاجّه من أن يعذب عباده الذين ظلموا أنفسهم فيشفع للظالمين بين يدي ربّهم؟
جــ 5- قال الله تعالى: {فَمَن يُجَادِلُ اللّهَ عَنْهُمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ أَم مَّن يَكُونُ عَلَيْهِمْ وَكِيلاً} صدق الله العظيم [النساء:109].

ســ 6- فإذا كان الأبّ من أولياء الله وابنه من الذين ظلموا أنفسهم فهل يغني عنه من عذاب الله شيئاً فيشفع لولده بين يدي ربّه؟
جــ 6- قال الله تعالى: {وَاخْشَوْاْ يَوْماً لاّ يَجْزِي وَالِدٌ عَن وَلَدِهِ وَلاَ مَوْلُودٌ هُوَ جَازٍ عَن وَالِدِهِ شَيْئاً إِنّ وَعْدَ اللّهِ حَقّ فَلاَ تَغُرّنّكُمُ الْحَيَاةُ الدّنْيَا وَلاَ يَغُرّنّكُم بِاللّهِ الْغَرُورُ} صدق الله العظيم [لقمان:33].

ســ 7- وهل إذا كان الزوج من أولياء الله وزوجته من الذين ظلموا أنفسهم فهل يغني عن زوجته شيئاً فيشفع لها بين يدي ربّها حتى ولو كان نبيّاً ورسولاً؟
جــ 7- قال الله تعالى: {ضَرَبَ اللَّهُ مَثَلًا لِّلَّذِينَ كَفَرُوا اِمْرَأَةَ نُوحٍ وَاِمْرَأَةَ لُوطٍ كَانَتَا تَحْتَ عَبْدَيْنِ مِنْ عِبَادِنَا صَالِحَيْنِ فَخَانَتَاهُمَا فَلَمْ يُغْنِيَا عَنْهُمَا مِنَ اللَّهِ شَيْئاً وَقِيلَ ادْخُلَا النّار مَعَ الدَّاخِلِينَ (10)} صدق الله العظيم [التحريم].

ســ 8- فهل هذا يعني نفيّ الشفاعة مُطلقاً للعبيد بين يدي الربّ المعبود لكافّة عبيده؟
جــ 8- قال الله تعالى: {وَاتَّقُواْ يَوْماً لاَّ تَجْزِي نَفْسٌ عَن نَّفْسٍ شَيْئاً وَلاَ يُقْبَلُ مِنْهَا عَدْلٌ وَلاَ تَنفَعُهَا شَفَاعَةٌ وَلاَ هُمْ يُنصَرُونَ} صدق الله العظيم [البقرة:123].

ســ 9- إذاً لن ينفع الأرحام أرحامهم بين يدي ربّهم فلا يأذن الله لأحدٍ منهم أن يشفع لأهله بين يدي ربّه، فزدنا فتوى في ذلك من محكم الكتاب ذكرى لأولي الألباب؟
جــ 9- قال الله تعالى: {لَن تَنفَعَكُمْ أَرْحَامـُكُـمْ وَلَا أَوْلَادُكُـمْ يَوْمَ الْقِيَامَةِ يَفْصِلُ بَيْنَكُمْ وَالله بِمَا تَعْمَلُونَ بَصِيرٌ (3)} صدق الله العظيم [الممتحنة].

ســ 10- إذاً الشفاعة هي من الله إليه فلم تتجاوز ذاته سُبحانه إلى أحدٍ من عباده، فزدنا فتوى للتأكيد من محكم الكتاب ذكرى لأولي الألباب؟
جــ 10- قال الله تعالى: {قُلْ لِلَّهِ الشَّفَاعَةُ جَمِيعًا لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ثُمَّ إِلَيْهِ تُرْجَعُونَ} صدق الله العظيم [الزمر:44]، ولذلك أمر الله الرسل أن ينذروا أقوامهم فينهونهم عن عقيدة شفاعة العبيد بين يدي الربّ المعبود. وقال الله تعالى: {وَأَنذِرْ بِهِ الَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحْشَرُواْ إِلَى ربّهم لَيْسَ لَهُم مِّن دُونِهِ وَلِيٌّ وَلاَ شَفِيعٌ لَّعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ} صدق الله العظيم [الأنعام:51].

ســ 11- فهل يوجد في سنّة البيان في الأحاديث النبويّة الحقّ ما يزيد ذلك بياناً وتوضيحاً للأمّة عن محمدٍ رسول الله - صلّى الله عليه وآله وسلم - الذي كان يبيّن للنّاس الكتاب بالحقّ فلا ينطق عن الهوى؟
جــ 11- قال محمدٌ رسول الله صلّى الله عليه وآله وسلم: [يا فاطمة بنت محمد! يا صفية بنت عبد المطلب! يا بني عبد المطلب! لا أملك لكم من الله شيئاً].

وقال محمدٌ رسول الله صلّى الله عليه وآله الأطهار وسلم:
[يا بني كعب بني لؤي! أنقذوا أنفسكم من النّار. يا بني مرة بن كعب! أنقذوا أنفسكم من النّار يا بني هاشم! أنقذوا أنفسكم من النّار، يا بني عبد المطلب! أنقذوا أنفسكم من النّار، يا فاطمة! انقذي نفسك من النّار، فإني لا أملك لكم من الله شيئاً].

وقال محمدٌ رسول الله صلّى الله عليه وآله وسلم:
[يا معشر قريش! اشتروا أنفسكم من الله لا أغني عنكم من الله شيئاً، يا بني عبد المطلب! لا أغني عنكم من الله شيئاً، يا عباس بن عبد المطلب لا أغني عنك من الله شيئاً، يا صفية عمة رسول الله! لا أغني عنك من الله شيئاً، يا فاطمة بنت رسول الله لا أغني عنك من الله شيئاً] صدق عليه الصلاة والسلام.

إذاً فلماذا يا أمّة الإسلام تذرون الآيات البيّنات المُحكمات هُنّ من آيات أمّ الكتاب في فتوى نفيّ شفاعة العبيد بين يدي الربّ المعبود ، وكذلك الأحاديث النبويّة الحقّ عن فتوى نفيّ شفاعة العبيد للعبيد بين يدي الربّ المعبود نفيّاً مُطلقاً ومن ثمّ تتبعون الآيات المتشابهات عن ذكر الشفاعة التي لا تحيطون بسرّها علماً؟ وكذلك تتبعون الأحاديث المفتراة عن رسوله في سنّة البيان التي تشابه الآيات المتشابهات في ظاهرها وتختلف مع آيات الكتاب المحكمات من آيات أمّ الكتاب البيّنات، فهل في قلوبكم زيغٌ عن الحقّ البيّن في آيات أمّ الكتاب فتذروهنَّ
وراء ظهوركم وكأنكم لا تعلمون بهنّ وتتبعون الآيات المتشابهات بذكر الشفاعة؟ ومن فعل ذلك ففي قلبه زيغٌ عن الحقّ. وقال الله تعالى: {هُوَ الَّذِي أَنْزَلَ عَلَيْكَ الْكِتَابَ مِنْهُ آيَاتٌ مُحْكَمَاتٌ هنّ أمّ الكتاب وَأُخَرُ مُتَشَابِهَاتٌ فَأَمَّا الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِمْ زَيْغٌ فَيَتَّبِعُونَ مَا تَشَابَهَ مِنْهُ ابْتِغَاءَ الْفِتْنَةِ وَابْتِغَاءَ تَأْوِيلِهِ وَمَا يَعْلَمُ تَأْوِيلَهُ إِلَّا اللَّهُ وَالرَّاسِخُونَ فِي الْعِلْمِ يَقُولُونَ آمَنَّا بِهِ كُلٌّ مِنْ عِنْدِ رَبِّنَا وَمَا يَذَّكَّرُ إِلَّا أُوْلُوا الأَلْبَابِ} صدق الله العظيم [آل عمران:7].

ولربّما يودّ أحد الذين في قلوبهم زيغٌ عن الحقّ البيّن في آيات الكتاب المحكمات اللاتي يذرهنّ وراء ظهره فيقول: "يا ناصر محمد اليماني، ألم يقل الله تعالى:
{لهُ مَا فِي السَّمَوَاتِ وَمَا فِي الأَرْضِ مَنْ ذَا الَّذِي يَشْفَعُ عِنْدَهُ إِلَّا بِإِذْنِهِ} صدق الله العظيم [البقرة:255]". ومن ثم يردّ عليه الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني وأقول: فتلك من آيات الكتاب المتشابهات في ذكر الشفاعة، وإنّما يأذن الله له بالخطاب بالقول الصواب. تصديقاً لقول الله تعالى: {يَوْمَ يَقُومُ الرُّوحُ وَالْمَلَائِكَةُ صَفًّا لَا يَتَكَلَّمُونَ إِلَّا مَنْ أَذِنَ لَهُ الرَّحْمَنُ وَقَالَ صَوَابًا} صدق الله العظيم [النبأ:38]، وإنّما يأذن الله لمن يشاء لتحقيق الشفاعة بالقول الصواب وليس بالقول الباطل الذي يزيدهم شركاً إلى شركهم حسب اعتقادكم بأنّ الله يأذن بطلب الشفاعة من الربّ للعبيد بين يدي الربّ المعبود، بل يأذن الله لعبده بالخطاب لتحقيق الشفاعة في نفس الله فتشفع لكم رحمة الله من عذابه. تصديقاً لقول الله تعالى: {قُلْ لِلَّهِ الشَّفَاعَةُ جَمِيعَاً} صدق الله العظيم [الزمر:44].

وربّما يودّ الذين يتّبعون الآيات المتشابهات في ذكر الشفاعة أن يقولوا: ألم يقل الله تعالى:
{يَوْمَ نَحْشُرُ الْمُتَّقِينَ إِلَى الرَّحْمَنِ وَفْدًا (85) وَنَسُوقُ الْمُجْرِمِينَ إِلَى جَهَنَّمَ وِرْدًا (86) لا يَمْلِكُونَ الشَّفَاعَةَ إِلا مَنِ اتخذ عِنْدَ الرَّحْمَنِ عَهْدًا (87)} صدق الله العظيم [مريم]؟ فانظر يا ناصر محمد إلى قول الله تعالى: {لا يَمْلِكُونَ الشَّفَاعَةَ إِلا مَنِ اتخذ عِنْدَ الرَّحْمَنِ عَهْدًا} صدق الله العظيم". ومن ثم يردّ عليه الإمام المهديّ ناصر محمد وأقول: إنّ الذين اتّخذوا عند الرحمن عهداً عاهدوا الله من قبل على أنّهم لن يرضوا حتى يرضى، ولم يأذن الله لهم بطلب الشفاعة بل بتحقيق الشفاعة في نفس الله حتى تشفع لكم رحمة الله من عذابه، فيطلبون من ربّهم أن يرضى في نفسه وأن لا يكون متحسراً وحزيناً بسبب ظلم عباده لأنفسهم، وسبب حزنه كونه أرحم الراحمين.

وقالوا: "يا أرحم الراحمين إننا من عبادك وقد اتخذنا رضوانك غايةً وليس وسيلةً لتحقيق جنّة النّعيم بل رضوان نفسك هو النّعيم الأعظم بالنسبة لنا من نعيم جنّة النّعيم، وقد اتخذنا عندك عهداً على أنفسنا ونحن لا نزال في الحياة الدنيا أنّنا لن نرضى حتى ترضى ولا نزال ثابتين على عهدنا ولم تفتنّا رؤية جنّة النّعيم عن عهدنا الذي قطعناه على أنفسنا ونحن لا نزال في الحياة الدنيا، فإنّنا لن نرضى حتى ترضى".

ثم يردّ الله عليهم: "ألم يرضى ربّكم عنكم؟ ولذلك سوف أدخلكم جنّات النّعيم. أفلا يكفيكم ذلك؟".

ومن ثم يردّون على ربّهم فيقولون: "ولكننا لم نتخذ رضوانك وسيلة لتدخلنا جنّة النّعيم بل اتخذنا رضوان نفسك غايةً في أنفسنا، فلسنا متحسرين على عبادك الظالمين لأنفسهم فلسنا أرحم بهم من الله أرحم الراحمين، فهل أنت فَرِحٌ وسعيد؟".

ومن ثم يردّ عليهم ربّهم فيقول: "إنّما يفرح الله بتوبة عباده إليه حتى لا يعذبهم فيدخلهم جنّات النّعيم، فكيف يكون ربّكم فَرِحاً ولم يتب إليّ من عبادي إلا القليل؟ وسبقت فتوى ربّكم إليكم في محكم كتابه أنّه متحسرٌ على الكافرين الظالمين المكذبين برسل ربّهم من لحظة ندمهم على ما فرّطوا في جنب ربّهم، ولكنهم لم يندموا على ما فرّطوا في جنب ربّهم إلا بعد أن أهلكناهم من بعد التكذيب برسل ربّهم فأهلكتهم فأصبحوا نادمين على ما فرّطوا في جنب ربّهم، فقد علمتم بفتوى ربّكم في محكم كتابه عن حاله بأنّه متحسرٌ على عباده النادمين على ما فرّطوا في جنب ربّهم، ولكنهم لم يندموا على ما فرّطوا في جنب ربّهم إلا من بعد أن أهلكناهم بعذابٍ أليمٍ وألقيناهم في نار الجحيم فإذا هم مبلسون من رحمة ربّهم أرحم الراحمين، وما ظلمناهم ولكن أنفسهم يظلمون".

ومن ثم يردّ الوفد المكرمون فيقولون: "يا رب العالمين، فهل ضلّ عن الصراط المستقيم الذين اتخذوا رضوان نفسك غايةً وليس وسيلةً لتحقيق الدخول إلى جنّات النّعيم؟".

ومن ثم يردّ عليهم ربّهم فيقول: "بل ذلك هو أهدى سبيلٍ إلى ربّكم أن تتخذوا رضوان الله غايةً؛ وما خلقت الجنّ والإنس إلا ليعبدون، ولكن بسبب عزّة نفس الله ربّكم لم يجعل ذلك أمراً جبريّاً عليكم أن تتخذوا رضوان ربّكم غاية لا طمعاً في جنتي ولا خوفاً من ناري، ولذلك جعلنا الجنّة لمن شكر والنّار لمن كفر، وأما أن تتخذوا رضوان ربّكم غاية ففي ذلك الحكمة من خلق العبيد. تصديقاً لفتوى ربّكم إلى الجنّ والإنس في محكم كتابه:
{وَمَا خَلَقْتُ الجنّ وَالْإِنسَ إِلَّا لِيَعْبُدُونِ} صدق الله العظيم [الذاريات:56].

فأنتم القوم الذين وعد الله ببعثهم في عصر بعث الإمام المهديّ إلى النّعيم الأعظم من نعيم جنتي فاستجبتم لدعوة الحقّ من ربّكم واتخذتم عند ربّكم عهداً بأنّكم لن ترضوا حتى يرضى فسلوا ما شئتم" .

فيقولون بلسانٍ واحدٍ: "نريد أن تحقق لنا النّعيم الأعظم من جنتك فترضى، فوعدك الحقّ وأنت أرحم الراحمين، وما ينبغي لعبيدك أن يطلبوا الشفاعة لعبيدك سبحانك فأنت أرحم بعبادك من عبيدك ووعدك الحقّ وأنت أرحم الراحمين، فلسنا أرحم بعبادك منك سبحانك فأنت أرحم الراحمين".

ومن ثم يردّ عليهم ربّهم فيقول: "صدقتم وبالقول الصواب نطقتم، فبعزّتي وجلالي لا يرضيكم الله ربّكم بملكوته جميعاً حتى يرضى، فقد رضيت بقولكم كونه القول الصواب يا معشر قومٍ يحبّهم الله ويحبّونه فلقد أبيتم أن ترضوا بجنّات النّعيم حتى يرضى من هو أحبّ إليكم من مُلْكِه أجمعين الله ربّ العالمين، فقد رضي حبيبكم، وشفعت رحمتي لعبادي من عذابي، فادخلوا في عبادي وادخلوا جنتي".

وهنا يتفاجأ النادمون على ما فرّطوا في جنب ربّهم كونهم سمعوا الله يقول: "قد شفعت رحمتي لعبادي من عذابي فادخلوا في عبادي وادخلوا جنتي". ومن ثم يقول النادمون على ما فرّطوا في جنب ربّهم لقومٍ يحبّهم الله ويحبّونه:
{مَاذَا قَالَ ربّكم قَالُوا الحقّ وَهُوَ الْعَلِيُّ الْكَبِيرُ} صدق الله العظيم [سبأ:23].

وربّما يودّ أن يقاطعني أحد فطاحلة علماء المسلمين فيقول: "ما هذا يا ناصر محمد! فهل هذا وحيٌّ جديد تفتريه على الله؟". ومن ثم يردّ عليه الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني وأقول: لا وحيٌ جديدٌ من بعد القرآن العظيم وإنّما ذلك هو البيان الحقّ لقول الله تعالى:
{لَا تَنفَعُ الشَّفَاعَةُ عِندَهُ إِلَّا لِمَنْ أَذِنَ لَهُ حَتَّى إِذَا فُزِّعَ عَن قُلُوبِهِمْ قَالُوا مَاذَا قَالَ ربّكم قَالُوا الحقّ وَهُوَ الْعَلِيُّ الْكَبِيرُ} صدق الله العظيم [سبأ:23].

وتالله ما أجبرني على بيان ذلك إلا فهمكم الخاطئ لتحقيق شفاعة العبيد بين يدي الربّ المعبود فزعمتم أنّ الله يأذن لمن يشاء من عباده أن يشفع لعباده بين يديه سبحانه وتعالى علواً كبيراً! بل يأذن لهم بتحقيق الشفاعة في نفس الله تعالى كونهم اتّخذوا رضوان نفس الله غايةً، كونهم يرون أنّ رضوان الله حبيبهم هو النّعيم الأعظم من جنّته وهم لا يزالون في هذه الحياة.
ألا والله الذي لا إله غيره ولا معبوداً سواه لا يوقن ببياني هذا إلا من كان من قومٍ يحبّهم الله ويحبّونه في هذه الأمّة، وهل تدرون لماذا؟ وذلك لأنّهم يعلمون عظيم إصرارهم في أنفسهم الآن في هذه الحياة الدنيا بأنّهم لن يرضوا بملكوت الله جميعاً في الدنيا والآخرة حتى يرضى.

وربّما يودّ أحد علماء الأمّة أن يقول: "يا ناصر محمد اليماني، فهل تعرفهم حتى تشهد بوجودهم في هذه الأمّة؟". ومن ثم يردّ عليهم الإمام المهديّ وأقول: إنّهم ليعلمون أنّ ناصر محمد اليماني لا يعرفهم، ولو عرفتهم وصادقتهم وصاحبتهم فما يدريني بما في أنفسهم! بل هم الذين يعلمون ما بأنفسهم فيجدون هذه الحقيقة الكبرى آية التصديق للإمام المهديّ ناصر محمد اليماني. وربّما يودّ عالِمٌ آخر أن يقول: "وماهي هذه الآية لديهم التي علم بها قومٌ يحبّهم الله ويحبّونه علم اليقين بأنّها آية التصديق للإمام المهديّ ناصر محمد اليماني؟". ومن ثم يردّ الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني على السائلين أجمعين وأقول: أقسم بالله العظيم ربّ السموات والأرض وما بينهما وربّ العرش العظيم إنّ القوم الذي وعد الله بهم في محكم كتابه:
{يَا أَيُّهَا الَّذِينَ ءاَمَنُوا مَنْ يَرْتَدَّ مِنْكُمْ عَنْ دِينِهِ فَسَوْفَ يَأْتِي اللهُ بِقَوْمٍ يُحِبُّهُمْ وَيُحِبُّونَهُ} صدق الله العظيم [المائدة:54]؛ إنّهم موجودون في هذه الأمّة.

ولربّما يودّ أحد السائلين أن يقول: "وكيف سوف يعلم بهم العالمون ما دُمْتَ لن تعرّفهم للعالمين! بل الأعجب من ذلك أنك تقول إنّك لا تعرفهم! فكيف إذاً سوف نعرفهم؟". ومن ثم يردّ على السائلين الإمام المهديّ وأقول: إنّما هم الذين سوف يعلمون علم اليقين إنّهم من القوم الذين يحبّهم الله ويحبّونه. وربّما يودّ سائل آخر أن يقول: "يا ناصر محمد أوجز وأوضح وأفصح فكيف لي أن أعلم علم اليقين أنّني من قومٍ يحبّهم الله ويحبّونه في هذه الأمّة؟". ومن ثم يردّ الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني وأقول: إن كنت من القوم الذي وعد الله ببعثهم في محكم كتابه قوم يحبّهم الله ويحبّونه فأقسم بالله العظيم ربّ السموات والأرض وما بينهما وربّ العرش العظيم أنك سوف تجد في نفسك بأنّك لن ترضى بملكوت السموات والأرض ولا بملكوت الجنّة التي عرضها السموات والأرض ومثله معه ومثله معه ومثله معه إلى ما لا نهاية؛ فلن ترضى بذلك كلّه حتى يرضى حبيبك الله أرحم الراحمين فتذهب الحسرة والحزن من نفسه فيرضى، كون القوم الذين يحبّهم الله ويحبّونه اتّخذوا رضوان الله غايةً وليس وسيلةً للفوز بملكوت الدنيا والآخرة، ألا والله الذي لا إله غيره ولا معبودَ سواه لو يؤتي الله أحدهم ملكوت الله أجمعين فأنه لن يرضى وسوف يقول: هيهات هيهات أن يرضى عبدك ربّي حتى ترضى! فقد علمتُ بحالك من خلال فتواك عن حالك في محكم كتابك لعلماء الأمّة وعامّة المسلمين:
{يَا حَسْرَ‌ةً عَلَى الْعِبَادِ ۚ مَا يَأْتِيهِم مِّن رَّ‌سُولٍ إِلَّا كَانُوا بِهِ يَسْتَهْزِئُونَ ﴿٣٠﴾ أَلَمْ يَرَ‌وْا كَمْ أَهْلَكْنَا قَبْلَهُم مِّنَ الْقُرُ‌ونِ أَنَّهُمْ إِلَيْهِمْ لَا يَرْ‌جِعُونَ ﴿٣١﴾} صدق الله العظيم [يس]، وبما أنك متحسرٌ وحزينٌ على عبادك النادمين من الذين لم يتّبعوا الحقّ من ربّهم فأهلكتهم فأصبحوا نادمين تصديقاً لفتواك الحقّ في محكم كتابك: {إِن كَانَتْ إِلاَّ صَيْحَةً وَاحِدَةً فَإِذَا هُمْ خَامِدُونَ (29) يَا حَسْرَةً عَلَى الْعِبَادِ مَا يَأْتِيهِم مِّن رَّسُولٍ إِلاَّ كَانُوا بِهِ يَسْتَهْزِؤُون (30) أَلَمْ يَرَوْا كَمْ أَهْلَكْنَا قَبْلَهُم مِّنْ الْقُرُونِ أنّهم إِلَيْهِمْ لاَ يَرْجِعُونَ (31) وَإِن كُلٌّ لَّمَّا جَمِيعٌ لَّدَيْنَا مُحْضَرُونَ (32)} صدق الله العظيم [يس].

فَمِنْ بعد هذا البيان لهذه الآية فَمَنْ كان من قومٍ يحبّهم الله ويحبّونه فأقسم بربّ العالمين إنّهم سوف يتخذون عند الرحمن عهداً عليهم ويُشهدوا الله عليه بأنّهم لم يرضوا حتى يرضى حبيبهم الله ربّ العالمين أرحم الراحمين.

وربّما يودّ أحد الباحثين عن الحقيقة أن يقول: "يا ناصر محمد اليماني، إنّي أشعر أنّي لن أرضى حتى يتحقق رضوان الله غير متحسرٍ ولا حزينٍ ولكني من المذنبين كثيراً وممن أسرفوا على أنفسهم فارتكبوا كافّة الذنوب، فهل ينبغي لي أن أكون من قومٍ يحبّهم الله ويحبّونه لو تبت إلى ربّي متاباً واتّبعت دعوة الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني؟". ومن ثم يردّ عليه الإمام المهدي ناصر محمد اليماني وأقول: ربّما ذنوب الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني أكثر من ذنوبك يا هذا، ولكنّي آمنت بفتوى الله في محكم كتابه في القرآن العظيم:
{إِنَّ اللَّهَ يُحِبُّ التَّوَّابِينَ وَيُحِبُّ الْمُتَطَهِّرِينَ} صدق الله العظيم [البقرة:222]، ولذلك طَمِعَ الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني أن يجعله الله من قومٍ يحبّهم الله ويحبّونه من الذين وعد الله ببعثهم في محكم كتابه في آخر الزمان، ومن ثمّ جعلني الله لهم إماماً وهداني صراطاً مستقيماً وزادني علماً وحكماً.

وسلامٌ على المرسلين والحمد لله ربّ العالمين ..
أخوكم الإمام المهديّ ناصر محمد اليماني.
_______________

اضغط هنا لقراءة البيان المقتبس..